'As a writer, words are your paint. Use all the colors.' - Rhys Alexander




Koude Handen - Hoofdstk 3.1 (6/8)

“Een scherpe steek ging door mijn hals. En toen werd ik opgeslokt door de duisternis.”

Zijn gezicht kwam weer dichterbij. Weer diezelfde woorden ‘Je kunt het heus wel zeggen hoor,’ galmde door mijn hoofd. Zij gezicht raakte bijna de mijne aan en zijn lippen streken langs mijn gezicht.
Ik zat rechtop in bed. Het kon toch niet? Ik was in geen jaren meer verliefd geweest en ik had hem nog geen tien minuten gezien. Maar de afgelopen drie dagen was hij nog geen seconde uit mijn gedachten geweest. Vertwijfeld dacht ik na. Zou ik… Nee, die gedachte verbande ik uit mijn hoofd. Maar toch… Ik besloot om mijn zorgen opzij te zetten en mijn hart te volgen. Want kom op, vampiers bestonden vast niet. De mythe die ik eerder had gelezen was vast verzonnen en anders was het gewoon stom toeval.
Ik raapte mijn kleren bijeen en liep naar de oude badkamer.
Met mijn haren nog nat en vochtig liep ik de warme ochtendzon in. Ik voelde de warmte branden op mijn gezicht en armen. In mijn nek zag je duidelijk een wittere streep afkomstig van mijn bikini. Die ik de afgelopen drie dagen had gedragen. De zon had me een gezond kleurtje gegeven.
Voor de tweede keer deze week liep ik het kleine, donkere cafeetje binnen. Meteen begon het geroezemoes weer. Ik liep regelrecht naar de bar en ging op de zelfde plaats zitten als de vorige keer. ‘Hallo. Ik had me de vorige keer niet voorgesteld, Ian.’ hoorde ik weer dezelfde krachtige stem zeggen die opdook uit het niets. Ik keek hem aan en er verscheen automatisch een glimlach op mijn gezicht toen ik in zijn bruine ogen keek. Ze leken donkerder dan de vorige keer, maar dat kon ook liggen aan de slechte belichting van het café. ‘Wat wil je?’ vroeg hij en hij keek mij vragend aan. Ik deed mijn mond open om antwoord te geven. Ik had niks te verliezen toch?

Geschreven in augustus 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten